Het metabolische systeem

Het metabolische systeem, ook wel het stofwisselingssysteem genoemd, omvat alle biochemische processen die in het lichaam plaatsvinden om energie te genereren en de noodzakelijke moleculen voor cellulaire functies te produceren. Het kan opgedeeld worden in twee hoofdprocessen: katabolisme en anabolisme.

  1. Katabolisme: Dit is het proces waarbij complexe moleculen, zoals koolhydraten, vetten en eiwitten, worden afgebroken om energie vrij te maken. Het komt meestal voor in de mitochondriën van de cellen. Voorbeelden van katabole processen zijn de afbraak van glucose in de glycolyse en de afbraak van vetzuren in de beta-oxidatie. Deze processen leveren energie in de vorm van ATP (adenosinetrifosfaat), die door de cellen wordt gebruikt voor verschillende functies.

  2. Anabolisme: Dit is het proces waarbij energie wordt gebruikt om complexe moleculen op te bouwen uit eenvoudiger bouwstenen. Dit is essentieel voor groei, herstel en de productie van biomoleculen zoals eiwitten, nucleïnezuren en vetten. Voorbeelden zijn de synthese van eiwitten uit aminozuren en de opbouw van glycogeen uit glucose.

Het metabolisme wordt gereguleerd door een netwerk van hormonen (zoals insuline, glucagon en schildklierhormonen), enzymen en feedbackmechanismen die ervoor zorgen dat het lichaam in een staat van evenwicht blijft, ook wel homeostase genoemd. Het metabolisme varieert per persoon en kan worden beïnvloed door factoren zoals leeftijd, genetica, dieet, fysieke activiteit en ziekte.

Samenvattend is het metabolische systeem een complex netwerk van reacties die het lichaam in staat stelt om energie te produceren, op te slaan en te gebruiken voor groei, onderhoud en herstel.

het metabolische syndroom

Het metabolische syndroom is een verzameling van risicofactoren die samen het risico op hart- en vaatziekten, diabetes type 2, en andere gezondheidsproblemen verhogen. Het syndroom bestaat uit verschillende factoren die elkaar versterken en bijdragen aan een verhoogd gezondheidsrisico. De belangrijkste componenten van het metabolische syndroom zijn:

1. Buikomvang (centrale obesitas)

  • Verhoogde vetophoping rondom de buik, wat een aanwijzing is voor een verhoogd risico op hart- en vaatziekten.
  • Specifieke maat: een buikomvang groter dan 102 cm bij mannen en 88 cm bij vrouwen wordt vaak als grens gebruikt.

2. Verhoogde bloeddruk (hypertensie)

  • Een systolische bloeddruk van 130 mmHg of hoger, of een diastolische bloeddruk van 85 mmHg of hoger.

3. Verhoogd bloedsuiker (insulineresistentie)

  • Bloedglucosewaarden van 100 mg/dl of meer, of het gebruik van medicatie voor diabetes.

4. Verhoogd triglyceridengehalte

  • Triglyceriden (bepaalde vetsoorten in het bloed) van 150 mg/dl of meer.

5. Laag HDL-cholesterol

  • Een laag niveau aan HDL cholesterol, namelijk minder dan 40 mg/dl bij mannen en minder dan 50 mg/dl bij vrouwen. Deze triglyceride brengt balans in de totale cholesterol door de LDL van de bloedbaan weer naar de lever terug te brengen.

Oorzaken en Risicofactoren:

  • Genetische aanleg, ongezonde voeding, gebrek aan fysieke activiteit, overgewicht, roken, en stress kunnen bijdragen aan het ontstaan van het metabolische syndroom.

Gevolgen:

  • Het metabolische syndroom verhoogt het risico op ernstige gezondheidsproblemen, zoals:
    • Hartziekten
    • Beroerte
    • Type 2 diabetes
    • Nierziekten

Een gezonde levensstijl met een gebalanceerd dieet, regelmatige lichaamsbeweging en het vermijden van risicofactoren zoals roken kan helpen om de symptomen van het metabolische syndroom te voorkomen of te beheersen.

Oorzaken diabetes

Diabetes type 2 ontstaat wanneer het lichaam niet goed reageert op insuline, een hormoon dat helpt glucose (suiker) uit het bloed in de cellen te transporteren voor energie. Dit wordt insulineresistentie genoemd. Aanvankelijk probeert het lichaam meer insuline aan te maken om dit te compenseren, maar na verloop van tijd is de alvleesklier niet meer in staat om voldoende insuline te produceren, waardoor de bloedsuikerspiegel te hoog wordt.

Er zijn verschillende factoren die bijdragen aan het ontwikkelen van type 2 diabetes:

  1. Genetische aanleg: Familiegeschiedenis speelt een rol. Als je naaste familieleden diabetes type 2 hebben, is de kans groter dat je het zelf ook krijgt.

  2. Overgewicht en obesitas: Vooral vetopslag rond de buik kan de insulinegevoeligheid verminderen, waardoor het moeilijker wordt om de bloedsuikerspiegel te reguleren.

  3. Lichamelijke inactiviteit: Beweging helpt om insuline beter te laten werken. Mensen die weinig bewegen, hebben een verhoogd risico.

  4. Oudere leeftijd: Naarmate je ouder wordt, neemt de insulinegevoeligheid vaak af, wat het risico op diabetes type 2 verhoogt.

  5. Ongezonde voeding: Een dieet dat rijk is aan suiker, ongezonde vetten en bewerkte voedingsmiddelen kan bijdragen aan insulineresistentie.

  6. Hormonale aandoeningen: Sommige aandoeningen, zoals polycysteus ovariumsyndroom (PCOS), kunnen het risico op diabetes type 2 verhogen.

Het is dus een combinatie van genetische en leefstijlfactoren die ervoor zorgt dat iemand diabetes type 2 ontwikkelt. Heb je meer vragen hierover of wil je weten hoe je het risico kunt verlagen?

Neem contact op

Wil je meer weten over hoe ik diabetes uitdaag en lichaamssystemen verbeter? Neem dan nu contact met mij op voor meer informatie.